• CHIP TIP
  • Hoe lang duurt ‘de eerste periode’?
  • Mijn hond plast en poept in huis. Wat moet ik doen?
  • Mijn hond is heel anders dan in de beschrijving stond. Hoe kan dat?
  • Wat wordt er bedoeld met een ‘veilige plek’?
  • Kan ik gelijk bezoek ontvangen om mijn hond te laten zien?
  • Mijn hond zou goed met kinderen zijn, maar hij kijkt er nu niet naar om. Verandert dit nog?
  • “Rust… je hond moet veel rusten” dat hoor ik steeds. Maar waarom is dat?
  • Kan mijn hond gelijk mee in de auto?
  • Hoe kan ik mijn hond laten wennen aan zijn nieuwe leven?
  • Wat wordt bedoeld met ‘managen van de situatie’?

CHIP TIP: Alle honden dienen gechipt te zijn. Daarvan krijg je ook een bewijs als de hond bij jou komt wonen. Registreer zo snel mogelijk je hond in de database van de NDG (Stichting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren). Daarmee staat je hond op jouw naam. Zorg voor een penning aan de halsband, zodat je hond, mocht hij ooit vermist raken, snel bij jou teruggebracht kan worden. Vaak staan honden op naam van de stichting geregistreerd, als de hond eigendom blijft van de stichting. Dat is op zich geen probleem, zolang de stichting maar een goede administratie bijhoudt. Check dit dus goed!

Hoe lang duurt ‘de eerste periode’?

Dit is niet zo maar te zeggen. De ene hond voelt zich binnen no time thuis, terwijl de andere hond echt weken nodig heeft om maar enigszins bij te komen van alle veranderingen. Feit is dat voor elke hond een verandering van leefomgeving énorme impact heeft. Dus zet je verwachtingen op een laag pitje en geef vanaf dag één dat je hond bij je is, alle ruimte aan wat hij nodig heeft. Hoe eerder je hond zich realiseert dat hij bij jou en in zijn nieuwe omgeving veilig en gewenst is, hoe eerder hij zal kunnen wennen aan zijn nieuwe leven.

Mijn hond plast en poept in huis. Wat moet ik doen?

Het kan zijn dat je buitenlandse hond in het begin niet zindelijk is. Dit heeft vrijwel altijd te maken met stress en onbekendheid met het fenomeen “uitlaten”. Veel honden komen uit situaties waarbij zij niet werden uitgelaten en hun behoeften moesten doen op of rond de plek waar zij ook leefden. Als je hond bij jou komt, is alles vreemd en eng. Hij heeft nog geen idee wat er van hem verwacht wordt, laat staan dat hij kan bedenken dat hij zijn behoeften buiten in een vreemde omgeving moet doen!

Leg dus je lat laag qua verwachtingen. Zorg dat je hond in de tuin kan als je die hebt om zijn behoefte te doen en maak je niet druk om een ongelukje in huis. Sommige honden durven hun behoefte nog niet buiten te doen. Je zou dan een hondentoilet kunnen maken in de tuin of in huis. Door stress gaat de waterhuishouding omhoog en kan het zijn dat de hond vaker moet plassen. Begeleid je hond met geduld en begrip. Hoe relaxter jij hiermee om gaat hoe sneller je hond doorheeft wat de bedoeling is.

Belangrijk: Als je hond wel zindelijk is of is geworden, kan het zijn dat hij een tijdelijke terugval krijgt na een spannende gebeurtenis. Ook dan is het onmacht en geen onwil van je hond! Bestraf onzindelijkheid dus nooit! Ruim het op en begeleid je hond weer in de opbouw alsof hij net bij jou in huis is.

Mijn hond is heel anders dan in de beschrijving stond. Hoe kan dat?

De beschrijving van de hond is gebaseerd op de informatie die voorhanden is. Die informatie is gekoppeld aan de omstandigheden waarin de hond leeft en dat is vrijwel altijd anders dan zijn nieuwe situatie zal zijn. Een omschrijving gebaseerd op een hond in een shelter of dodingsstation is altijd beperkt; de hond kan tenslotte zijn gedrag niet in allerlei situaties laten zien.

Een hond die bij een gastgezin leeft, kan al veel beter geobserveerd worden. Maar ook daar speelt de context mee; het zal nooit hetzelfde zijn als bij jou.

Een paar voorbeelden:

Sociaal naar andere honden: Als de hond in een shelter leeft, met tientallen honden om hem heen, zal hij daarmee moeten dealen. Hij kan niet anders. Dat wil niet zeggen dat als hij de keuze had, hij ook graag bij andere honden zou zijn. Maar dat beeld kan in de shelter wel ontstaan.

Omgaan met katten: In een gastgezin waar ook katten zijn, kan de hond zich prima voegen. De katten reageren niet op hem. Maar dat zegt niets over zijn gedrag als een kat bang is en wegrent.

Goed met kinderen kunnen: Dit is ook zeer context gebonden. In een leefsituatie waarin kinderen bijvoorbeeld voer geven aan de hond, zal hij prettige ervaringen hebben en vriendelijk zijn. Dat is een heel ander verhaal dan gaan samenleven in een druk gezin. Daarbij geldt ook dat het ene kind het andere niet is en alles zal gaan om respectvolle omgang met elkaar.

Alleen kunnen zijn: Dit is nooit te zeggen. ‘Alleen kunnen zijn’ hangt samen met ‘je veilig voelen’. Dat is geen kunstje of truc die een hond beheerst, het is een vertrouwen dat een hond moet opbouwen in zijn nieuwe leefsituatie.

Wat wordt er bedoeld met een ‘veilige plek’?

Een veilige plek is een ruimte waar je hond zich prettig voelt, waar hij zeker weet dat hij zich veilig voelt. Zo een plek kun je overal waar je met je hond bent zelf creëren. Thuis natuurlijk, maar ook op visite.

Dit zijn de voorwaarden voor een veilige plek:

  • Een lekker kleed of kussen met eigen geur.
  • Een waterbak met vers water makkelijk bereikbaar.
  • Een duidelijke afbakening zodat iedereen in de ruimte weet: dat is een veilige plek. Dit kan een stoel of tafel zijn, maar ook een hekje als afbakening. Gebruik je liever een bench? Houd dat wel het deurtje open zodat je hond een keuze heeft om er in of ernaast te gaan liggen.
  • In een hoek, uit de loop, maar wel met overzicht.
  • Voorkom dat vreemden recht naar je hond kunnen kijken.
  • Houd rekening met tocht.
  • Communiceer aan iedereen duidelijk dat als je hond daar ligt, dat niemand zich met hem bemoeit. Dus ook jij en je gezinsleden niet. Dit is echt een rustplek van je hond.

Kan ik gelijk bezoek ontvangen om mijn hond te laten zien?

Nee, absoluut niet! Wij adviseren om de eerste twee maanden geen bezoek te ontvangen. De reis, de verhuizing naar een onbekende plek en het wennen aan zijn nieuwe thuis heeft veel impact op een hond. Hij moet ervaren dat zijn nieuwe thuis echt 100% veilig is. Dat kan alleen als hij alle tijd krijgt om alles en iedereen in zijn nieuwe omgeving te leren kennen en te ervaren hoe hij daarmee om kan gaan. Zodra er bezoek komt, komen er onbekende vreemden op zijn terrein en dat kan enorm onveilig voelen. Of je hond na twee maanden al toe is aan bezoek, is geheel afhankelijk van de individuele hond. Het kan dus ook zijn dat jouw hond nog wat langer nodig heeft.

Is het echt onmogelijk om het bezoek zo lang buiten de deur te houden? Zorg dan dat het bezoek zich compleet aan jouw regels houdt! Dit houdt in dat zij geen contact met de hond maken, zich niet met de hond bemoeien en naar jouw regels luisteren. Aan jou de taak om heel goed voor je hond te zorgen en hem vrij te waren van negatieve ervaringen.

Mijn hond zou goed met kinderen zijn, maar hij kijkt er nu niet naar om. Verandert dit nog?

“Goed zijn met kinderen” is een breed begrip en het hangt dus heel erg af van jouw verwachtingen hoe jij hier naar kijkt. Honden zijn gewend om samen te leven als in bij elkaar en in elkaars ruimte. In tegenstelling tot mensen zijn de meeste honden helemaal niet van het directe contact en aanraken. Honden gaan pas echt fysiek contact maken, spelen en uitdagen op het moment dat zij zich veilig voelen. Je kunt je voorstellen dat alle veranderingen die je hond heeft meegemaakt eerst verwerkt moeten worden. Daar heeft hij tijd voor nodig, maar ook rust, heel veel rust.

Als jouw kinderen je hond kunnen accepteren als een nieuw gezinslid met een eigen persoonlijke ruimte, is de kans groot dat je hond prima met hen kan samenleven. Als hij eenmaal gewend is aan de nieuwe situatie zal hij vanzelf contact gaan opzoeken. Elke vorm van druk op de hond, ongewenst aanraken of dwingen tot interactie zal ervoor zorgen dat je hond zich niet prettig voelt in zijn nieuwe thuis. Hij zal dit zeker laten merken door de kinderen te vermijden. Jouw begeleiding hierin is allesbepalend.

“Rust… je hond moet veel rusten” dat hoor ik steeds. Maar waarom is dat?

De wereld van je hond staat op zijn kop. Hij heeft niet alleen net een nieuw thuis gekregen, ga er maar vanuit dat hij de afgelopen maanden van zijn leven als één grote aardverschuiving heeft beleefd. Letterlijk. Alles wat hij kende is weg. Hij heefteen reis achter de rug, is door veel handen gegaan en heeft enorm veel indrukken opgedaan die hij onmogelijk kon verwerken. Zijn stress-emmertje is óvervol! De enige manier om indrukken te verwerken is door te slapen, bij voorkeur veel en heel diep. Om te kunnen slapen heb je rust nodig, veel rust.

Dus zorg voor die rust en geef je hond rust totdat je merkt dat hij uit zichzelf meer interesse in de omgeving krijgt en ontspannen reageert op prikkels. Als dat gebeurt, kun je langzaam gaan opbouwen met het aanbieden van activiteiten. Door je hond goed te observeren vanaf het begin dat hij bij je is, ga je ontdekken welke signalen hij geeft als hij moe wordt. Dit kan zijn in gedrag, maar ook in mimiek. Als je ziet dat je hond moe wordt, zorg dan dat hij zo snel mogelijk kan gaan rusten om bij te komen van de indrukken. Als je hond ervaart dat dit prettig is, zal hij steeds vaker zelf ook zijn rust gaan pakken. Daarmee komt hij steeds meer in balans met een flexibel stress emmertje.

Kan mijn hond gelijk mee in de auto?

Veel honden uit het buitenland hebben geen leuke ervaring met autorijden. Ze zijn vervoerd in het land van herkomst naar onbekende bestemming en vandaar uit weer in een lange rit vervoerd naar Nederland of België. Deze ritten zijn ongetwijfeld opgeslagen als stressvolle ervaringen.

Dat maakt dus ook een ritje in jouw auto, hoe goed ook begeleid, een spannende situatie. Ons advies is om je hond de eerste dagen niet te vervoeren. Pas als er een beetje gewenning is, kun je kijken hoe hij reageert op de auto. Bouw het op met eerst alleen snuffelen, dan erin zitten, deur open en later deur dicht. Kijk gewon hoe hij reageert en als het goed gaat kun je uitproberen hoe hij reageert op het motor geluid en daarna ook het rijden. Ervaart hij overduidelijk stress? Doe dan een stapje terug!

Kijk onder Wandelen & uitlaten voor de tips om je hond veilig te vervoeren in de auto.

Hoe kan ik mijn hond laten wennen aan zijn nieuwe leven?

Veel eigenaren willen dat hun hond zo snel mogelijk aan alles went en dat is begrijpelijk. Helaas pakt het dan wel eens verkeerd uit. Besef dat je hond in een totaal nieuwe omgeving terecht is gekomen, waarin alles nieuw is. Alle prikkels die op hem afkomen, worden, zeker in combinatie met alles wat hij heeft meegemaakt, al snel te veel.

In de eerste weken hoef je met je hond niet doelbewust nieuwe prikkels op te zoeken. De prikkels in huis en tijdens de uitlaatmomenten zijn al meer dan voldoende. Uiteraard wil je graag dat je hond goed leert omgaan met mensen en andere honden en gewend raakt aan voor hem onbekende prikkels, maar bedenk: liever één positieve ervaring, dan teveel ervaringen op een dag, die hij niet goed kan verwerken.

Bied een nieuwe prikkel voorzichtig aan. Niet dichtbij iets, maar op een afstand waarbij je hond nog interesse heeft en wil kijken, luisteren en ruiken. Let bij nieuwe prikkels goed op de lichaamstaal van je hond. Vindt hij iets spannend? Neem afstand. Is hij nieuwsgierig? Ga kijken in zijn tempo en laat hem bepalen wanneer hij genoeg informatie heeft. Voorkom dat je druk of dwang gebruikt. De kans dat dit wordt opgeslagen als een zeer negatieve ervaring is groot en dat heeft ook per direct effect op het opbouwen van een vertrouwensband met je hond.

Wat wordt bedoeld met ‘managen van de situatie’?

Als eigenaar begeleid je je hond in alle facetten van zijn leven. Hij is uiteraard een individu met een eigen karakter en vaak best een uitgesproken wil, maar laten we eerlijk zijn: een hond kan vrijwel niets beslissen in de manier waarop hij met ons leeft. Dat legt een grote verantwoordelijkheid bij ons mensen neer. Jij zult ervoor moeten zorgen dat je hond een fijn leven heeft, waarin hij zowel mentaal als fysiek veilig is. Dat houdt in dat je eigenlijk een soort manager van hem bent.

Je begeleidt hem zowel in huis als daarbuiten en dus ook in situaties die hij spannend vindt. Door goed op hem te letten, kun jij inschatten wat jouw hond wel of niet aankan, prettig vindt, leuk vindt of ronduit beangstigend vindt. Hierop kun jij anticiperen: je managet daarbij de situatie. Door bijvoorbeeld om te lopen als er een andere hond aankomt waar jouw hond niet blij van wordt. Door hem dichterbij jou te laten lopen als hij iets spannend vindt. Door voor hem te gaan staan als iemand hem zomaar wil aaien, terwijl jouw hond dat niet wil. Maar ook door je hond de vrijheid te geven als hij lekker wil ravotten met zijn maatje en door kinderen te vragen niet te dicht bij de slaapplek te spelen als je hond daar ligt te rusten. Kortom: managen is zorgen dat je hond een fijn leven heeft waarvan hij zorgeloos kan genieten.