Over automie bij honden
5 Jaar geleden zette de Knapste Hond Ooit poot op Utrechtse bodem om aan te haken bij het leven van mijn toenmalige vriend en mij. Ze was een herdermixje van 4,5 maand, gevonden met broer en moeder langs een Spaanse snelweg. We noemden haar Esha en dit verhaal gaat over haar. Dus niet over één van al die andere Knapste Honden Ooit uit het buitenland.
In die tijd was mijn benadering van honden aan het kantelen: ik trainde dan wel zoveel mogelijk met voer- en spelbeloning, maar waar het ging over de dagelijkse omgang, dacht ik nog in termen van dominantie en roedelleiderschap. Zo heeft Esha na een vervelende ervaring een tijd andere honden aan de lijn zo spannend gevonden dat ze ze een grote bek gaf. Ik dacht toen dat dit vooral te maken had met mijn gebrek aan kordaat leiderschap, waardoor ze gedwongen werd het zelf op te lossen. Op aanraden van een toenmalige therapeut introduceerde ik allerlei onzinnige leiderschapsregels. Zo heb ik serieus een tijdje gedaan alsof ik uit haar voerbak at voordat ik haar eten gaf. (#schaamroodopkaken).
Maar we droegen haar tegelijkertijd op handen en ik denk dat Esh op veel vlakken een goed leven had. De wandelingen waren een feest, waarbij ze er de grootste lol in had om met haar bal als beloning onder parkbankjes door te kruipen, om paaltjes heen te slalommen, takken uit bomen te trekken en “bommetje” in de grachten te doen. Na twee jaar kwam haar broer, de Liefste Hond Ooit, met wie ze in Spanje gevonden was, ook bij ons wonen. Ik heb me nooit afgevraagd of Esh zelf ook voor al deze dingen zou hebben gekozen als ze de keus had gehad. Ze deed gewoon wat ik van haar vroeg en leek daar plezier in te hebben. Van een snuffelwandeling (i.e. een wandeling waarbij de hond zelf tempo en richting bepaalt) had ik nooit gehoord.
Esha was een gevoelige dame, haar karakter volledig passend bij het genetische pakket van een herder. Ze had een gruwelijke hekel aan alles wat gepaard ging met fysiek gedoe: borstelen, in bad, vlooiendruppels toedienen etc. Ze was niet bereikbaar met lekkers en we deden dit dus altijd maar onder dwang. Bij de dierenarts kreeg ze standaard een snuitje om: beter voorkomen dan genezen. Ik vond het naar om te zien hoe ze tegenspartelde en uiteindelijk bevroor. Maar ik stond er niet bij stil hoe het voor haar moest zijn om geen enkele zeggenschap te hebben over haar eigen lijf. Sommige dingen moeten gewoon gebeuren, toch?!
Met het loslaten van de dominantiebenadering ging ik meer over Esha’s emoties en mentale welzijn nadenken. Er begon het een en ander te knagen. Wie ben ik om een ander wezen een tuig en lijn om te gooien zodat ze niet weg kan en haar te claimen als mijn bezit? Hoe is het voor haar wanneer ze zelf nauwelijks enige vorm van zelfbeschikking heeft? Ik bepaal alles: wanneer en wat ze eet, wie er in haar leefruimte komt en met welke andere prikkels ze maar heeft te dealen. Man, er wordt zelfs voor haar bepaald wanneer ze haar behoefte mag doen!
Ik kan niet veel dieren noemen die het wat zelfbeschikking slechter hebben getroffen dan de huishond. Voor veel buitenlandse honden geldt natuurlijk dat bijna alles beter is dan de omstandigheden in het land van herkomst. Maar dat is geen antwoord op de vraag of het bieden van veiligheid, voedsel en medische zorg voldoende is om het gebrek aan zelfbeschikking in gevangenschap te compenseren wanneer ze eenmaal hier zijn. De ene hond zal zich hier makkelijker naar voegen dan de ander, afhankelijk van leeftijd, ras en ervaringen, maar ik denk dat het zelfs voor de perfect gesocialiseerde Golden Retriever van de meest verantwoorde fokker af en toe flink slikken is.
Waarom verwachten we eigenlijk specifiek van honden dat ze zich moeiteloos aanpassen aan dit gebrek aan autonomie? Het gaat zelfs verder: ze krijgen het etiket “probleemhond” wanneer ze zich niet schikken naar wat wij van ze verwachten. Wat dat betreft hebben katten het beter geregeld voor zichzelf: wanneer terrorkat Felix naar je blaast, zijn er niet veel mensen die suggereren hem eens goed te laten zien wie de baas is door hem op zijn rug te gooien.
Er is een recent onderzoek op Bali waarin straathonden werden bestudeerd. Een deel van deze populatie was geadopteerd door lokale expats en leidde dus het leven van huishond. De persoonlijkheid van de huishonden en op straat levende honden werden met elkaar vergeleken.*
Het voert te ver om er hier diep op in te gaan, dus in het kort: de in gevangenschap levende honden vertoonden meer problemen op het gebied van agressie en reactiviteit. Je moet altijd oppassen direct allerlei conclusies hieraan te verbinden, maar ik vind het aannemelijk dat het gebrek aan autonomie van de huishonden hier een rol speelt. Huishonden hebben het weliswaar beter voor elkaar wat betreft fysieke behoeftes als eten, drinken, onderdak en medische zorg, maar ik denk dat ze op het emotionele/mentale vlak aan het kortste eind trekken. Wanneer een dier wordt geconfronteerd met een enge prikkel of iets waar hij gewoon geen zin in heeft, is zijn eerste keuze om ermee om te gaan meestal ontwijken. Agressie wordt pas ingezet wanneer ontwijken niet kan. Logisch, want met agressie loop je zelf ook het risico op fysieke schade.
Met dit in mijn achterhoofd was het ook niet vreemd dat Esh uitviel aan de lijn en niet wanneer zij los liep. Ze had geleerd dat ze de ander niet kon vermijden, dus dan maar tweede keuze: tanden laten zien.
Ondertussen werd ze ouder en kreeg pijnklachten als gevolg van artrose. Er is al het mogelijke uit de kast getrokken om het haar fysiek zo comfortabel mogelijk te maken. Maar veel daarvan ging gepaard met precies dat fysieke gedoe waar ze zo’n hekel aan had; nagels moesten ineens geknipt worden, pillen moesten dagelijks geslikt worden, vaker bezoekjes aan de dierenarts etc. Ik vond het naar om te zien dat ze 2 straten van de dierenartspraktijk al probeerde te vluchten, dat ze bevroor onder de douche wanneer ze wat urine had laten lopen, dat ze uit alle macht probeerde weg te komen wanneer haar nagels moesten worden geknipt.
Kon dit niet anders? Wat zou er gebeuren als zij zelf meer de regie zou krijgen over haar leven? Zou het zo kunnen zijn dat wanneer ze weet dat ze “nee” mag zeggen, het makkelijker wordt om “ja” te zeggen?
Ik heb haar eerst moeten leren om keuzes te maken. Ze wist niet eens dat dat kon. Ze mocht kiezen waar we heen gingen tijdens de wandelingen (toen ze dit doorkreeg, vulde ze dagelijks minstens 1 wandeling in met een enkeltje visboer, het vreetzakje). Ze kreeg de regie over welke spellen we deden en welke snacks ze kreeg. Ze zocht haar eigen kauwbotten uit bij de dierenwinkel en bepaalde zelf wanneer ze geaaid wilde worden.
Uiteindelijk leerde ze dat ze ook “nee” mocht zeggen. En heel belangrijk: dat ik me daaraan zou houden. Het was belangrijk daarbij dat ik van haar “nee” nooit stiekem een “ja” zou maken, want dat zou haar vertrouwen juist schaden. Ik denk dat zowel zelf de regie hebben als samenwerken vanuit vertrouwen de hond een heel fijn gevoel op kan leveren. Zo fijn, dat het dier best bereid is een poot in de Biotex te zetten, zeker als aan dat fijne gevoel ook nog leverworst wordt toegevoegd. Voor Esh bleek dit het geval.
Maar dat vergde wel vertrouwen van mij in haar, het vertrouwen dat wanneer ik haar informatie gaf over wat er zou gaan gebeuren en tijd gunde om zich daarop voor te bereiden, ze dan mee zou werken. Dit vertrouwen van mij in haar zorgde ervoor dat ze op haar beurt mij meer ging vertrouwen. Er is niets ontroerender dan wanneer je senior, die tot dan toe achter de bank vluchtte wanneer de douche werd aangezet, uiteindelijk er zelf voor kiest de badkamer in te lopen en zich laat afspoelen omdat je het aan haar vraagt.
Natuurlijk zijn er situaties waarin het nu eenmaal noodzakelijk is dat je als eigenaar de volledige regie pakt. In een drukke stad is op ieder moment de hond de route laten bepalen niet altijd veilig. Wanneer er een medisch noodgeval is, kan het niet anders. En soms nemen honden beslissingen die niet handig of ronduit gevaarlijk zijn. Of er is gewoon even geen tijd voor wat de hond heeft bedacht. Maar op veel andere momenten kan het wel anders en dat is de investering meer dan waard.
We hebben vorig jaar definitief afscheid van elkaar moeten nemen, mijn Knapste Hond Ooit en ik. Het proces was niet traumatisch, niet onder dwang, maar met volledige medewerking en in vol vertrouwen. Mijn Allessie, die voorheen zo bang was voor de dierenarts, was vooral met haar favoriete snuffelmatje bezig terwijl ze rustig in slaap viel. Haar wijze lessen over zelfbeschikking draag ik sindsdien mee in mijn hart.
Nooit is onze band is sterker geweest dan toen ik haar haar autonomie teruggaf.
* Wie meer over het onderzoek wil weten, kan een uitleg vinden op: https://thebark.com/content/dogs-bali-study